Bloemen, Ontvangsthal, Tilburg

50 jaar diëtetiek binnen Instituut Verbeeten

We hebben allemaal verstand van eten, want eten doen we immers allemaal. Eten als je ziek bent is echter heel anders. Ook wordt de invloed van voeding op gezondheid en ziekte steeds belangrijker. De diëtisten van Instituut Verbeeten weten hier alles van. Zij begeleiden al 50 jaar patiënten die een bestralingsbehandeling ondergaan. Een mooie mijlpaal om bij stil te staan. Lisette van Miert, Marjolanda Kennis en Annet van Gorp vertellen over hun werk, het belang ervan en hun samenwerking met andere zorgprofessionals.

Samen hebben ze zo’n 80 jaar ervaring binnen de diëtetiek en kennen het spreekwoordelijke ‘klappen van de zweep’. Binnen Instituut Verbeeten begeleiden ze patiënten met kanker die voedingsgerelateerde klachten krijgen als gevolg van de bestraling die ze ondergaan. Ze krijgen daardoor ongewenst minder voeding binnen en lopen het risico ondervoed te raken. “We weten dat als er sprake is van (risico op) ondervoeding, er een langer herstel voor de patiënt aan vast zit, een moeizaam herstel of zelfs het moeten stoppen van de behandeling”, verklaart Lisette. “Dat wil je voorkomen. En dát is de reden waarom de oncologisch diëtisten hier al 50 jaar in huis aanwezig zijn.”

De basis

Sinds de start van Instituut Verbeeten in 1953 richt het instituut zich op de best mogelijke zorg voor patiënten. Niet voor niets dat zo’n 50 jaar geleden diëtetiek een vast onderdeel van deze patiëntzorg werd. Jeanne Vogel startte toen voor tien uur in de week als eerste diëtist in het instituut, toen nog onder de naam Radio Therapeutisch Instituut Tilburg (RTIT). Met de komst van Lilian Wisman boden ze in 1981 voor twintig uur per week begeleiding aan oncologische patiënten. Jeanne en Lilian legden zo de basis voor diëtetiek binnen het instituut en werkten hier tot hun pensioen in 2010 en 2008.

Jeanne stond echter niet alleen aan de basis van de diëtetiek binnen Instituut Verbeeten; ook landelijk droeg ze haar steentje bij. In 2010 won ze de Muntendamprijs[1] voor haar pioniersrol op het gebied van voeding en kanker. Met haar gedrevenheid heeft ze het belang van voeding voor de patiënt met kanker op de kaart gezet en gehouden. Zo was ze hoofdredacteur van het ‘Handboek voeding bij kanker’ dat in 2012 voor de eerste keer werd uitgegeven. “Toen ik van school kwam hadden we een dun boekje dat als leidraad diende voor voeding bij kanker”, vertelt Marjolanda. “Dat boekje kon je gemakkelijk over het hoofd zien in de boekenkast. Heel fijn dat er in dit grote handboek veel deskundigheid wordt gebundeld.”

De bronzen legpenning die onderdeel uitmaakt van de Muntendamprijs die Jeanne Vogel in 2010 in ontvangst nam.

Samen 80 jaar ervaring

Lisette kijkt met warme gevoelens terug op de tijd toen zij aan de slag ging als diëtist bij Instituut Verbeeten: “In 2003 begon ik na 14 jaar ziekenhuis en ouderenzorg – waarbij slikproblemen veel aandacht hadden – als broekie in de radiotherapie, met alleen basale oncologische kennis. Jeanne had een hele duidelijke visie over hoe we de oncologische patiënt goed konden informeren en ik heb veel van haar mogen leren. Ze was een goede mentor en ik heb veel aan haar te danken.”

Met ervaring binnen verschillende werkvelden van de diëtetiek versterkte Marjolanda in 2009 het team. Ze had toen onder andere vijftien jaar ervaring in de ouderenzorg en nam kennis mee op het gebied van ondervoeding bij 65+’ers. Daarnaast werkt ze ook als praktijkondersteuner in een huisartsenpraktijk. “In deze functie wordt oncologie en palliatieve zorg steeds belangrijker. Het is heel erg leuk dat ik over de grenzen van de diëtetiek in een andere job een ander ei kwijt kan”.

Annet keerde in 2024 terug bij Instituut Verbeeten: “In de periode 2012 t/m 2014 werkte ik al eerder bij Instituut Verbeeten. Ik ken Lisette en Marjolanda al goed en het voelt prettig om weer terug te zijn.” In de tussentijd werkte Annet bij verschillende zorginstellingen als diëtist en startte in 2023 haar eigen diëtistenpraktijk. “Als je onze werkervaring bij elkaar optelt, kom je op ruim 80 jaar aan ervaring. Het voelt goed om deze kennis in te zetten voor onze patiënten”.

Lisette van Miert (links) en Annet van Gorp in overleg.

Advies op maat

Het drietal begeleidt met passie patiënten die voedingsgerelateerde klachten krijgen als gevolg van de bestralingsbehandeling. Met hun uitgebreide kennis en ervaring krijgt iedere patiënt advies op maat. Annet licht dit verder toe: “Wij sluiten aan op de wensen van de patiënt. Waar heeft deze behoefte aan en hoe kunnen we daar op inspelen? We kijken goed wie we voor ons hebben en adviseren daarbij echt specifiek per persoon. Niet iedereen is immers hetzelfde.” Marjolanda vult daarop aan: “Ik ben ervan overtuigd dat de bestralingsbehandeling voor de patiënt beter te behappen is en dat het herstel beter gaat als de patiënt in kwestie in goede conditie is. Op het moment dat je niet goed eet en afvalt en daarnaast weinig beweegt, gaat dat ten koste van je conditie en kunnen klachten als gevolg van de bestralingsbehandeling optreden of erger worden. Niet alleen de behandeling wordt dan zwaarder, ook het herstel erna.”

Niet alleen Lisette, Marjolanda en Annet zijn dankbaar voor de rol die zij vervullen, ook patiënten waarderen dit enorm. “Inmiddels werken we samen 60 uur per week waar het bij aanvang van het dienstverband van Jeanne in 1974 tien uren waren”, vertelt Lisette trots. “De behoefte vanuit patiënten is aanwezig, dus gedurende de jaren is er flinke uitbreiding op onze inzetbaarheid gekomen.”

Blijven leren

Om hun kennis up-to-date te houden en uit te breiden, nemen ze deel aan verschillende netwerken. Zo zijn Lisette en Marjolanda lid van de Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO), waarvan Lisette sinds november 2022 ook secretaris is. Daarnaast zijn Lisette en Annet lid van de Nederlandse Vereniging van Dietisten (NVD) en staan ze alle drie in het Kwaliteitsregister Paramedici geregistreerd.

“De structuur van de oncologische diëtetiek komt eigenlijk voort uit het LWDO”, vertelt Lisette. “Adviezen volgen altijd uit wat landelijk is afgesproken. Dat heeft als een olievlek doorgewerkt op regionaal niveau. We willen daar eenduidigheid in hebben. Het is gelukt om hierbij één bron als input te gebruiken, het ‘Handboek voeding bij kanker’.”

Samenwerking

Buiten de onderlinge samenwerking hebben Lisette, Marjolanda en Annet ook regelmatig nauw contact met andere medewerkers van het instituut. Ook spreken ze vaak medisch specialisten uit samenwerkende ziekenhuizen en overige netwerken. Aan deze netwerken nemen Lisette, Marjolanda en Annet zelf ook deel. Binnen Instituut Verbeeten werken ze onder andere samen met de radiotherapeut-oncologen en maatschappelijk werkers. Maaike, Robert en Tom, alle drie radiotherapeut-oncoloog bij Instituut Verbeeten, zijn blij met de diëtisten. Tom: “Een goede conditie van de patiënt is van belang voor het goed kunnen doorstaan van de bestralingsbehandeling. Een goede voedingsstatus is hierbij van essentieel belang.” Maaike vult hierop aan: “Door de bestraling kunnen patiënten soms problemen krijgen met eten. Dat kan doordat ze bijvoorbeeld pijn in de mond hebben of smaakverlies, maar ook omdat ze buikklachten hebben van de bestraling. De diëtisten overleggen met de patiënt wat hun voorkeuren zijn en geven adviezen om zoveel mogelijk op gewicht te blijven. Ze bespreken met patiënten wat ze nodig hebben om zo goed mogelijk door de behandeling te komen en daarna snel op te knappen. Hierin zijn de diëtisten onmisbaar.”

Als een patiënt ondervoed raakt, ontstaat er een probleem. Dit leidt vooral tot meer en langdurigere bijwerkingen. Robert: “De duur van de bijwerkingen houdt langer aan op het moment dat je gaat afvallen. Je hebt immers energie nodig om al die bijwerkingen weg te werken. Ik zeg daarom altijd dat de diëtist de baas is. Als die zegt dat de patiënt iets moet doen, dan moet de patiënt dat zeker ook doen. Ik sta hierbij volledig achter hen.” Maaike sluit zich bij de woorden van Robert aan: “In Instituut Verbeeten werken we als een team. De behandeling van een patiënt is echt multidisciplinair, waarbij we goed samenwerken om voor de patiënt een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. De diëtisten zijn makkelijk toegankelijk en bereikbaar en denken echt met je mee.”

Ook proactief werken de diëtisten goed samen met de radiotherapeut-oncologen. Robert: “Iedereen doet zijn deel en je moet vooral de expertise daar laten waar hij zit en daar ook op vertrouwen. Natuurlijk overleggen we samen, maar ik sluit me ook vaak aan bij het advies van Lisette, Marjolanda en Annet. Dat geldt ook andersom. Ze waarschuwen me ook als er iets aan de hand is met een patiënt, zodat ik deze eerder zie. Die wisselwerking is er en het is goed dat we van beide kanten die signaalfunctie hebben.” Tom beaamt dit volledig: “De samenwerking is altijd zeer prettig, professioneel en persoonlijk. Ik hoop dat dit in de toekomst zo blijft.”

Ontwikkeling diëtetiek

Het belang van de oncologisch diëtist is niet altijd duidelijk geweest. Jaren geleden moesten diëtisten heel erg hun best doen om uit te leggen waarom hun rol belangrijk was. “Tegenwoordig tonen steeds meer onderzoeken aan hoe belangrijk ons werk is en dat het zelfs kostenbesparend is voor de zorg”, vertelt Marjolanda. Annet vult hierop aan: “De goede eter wordt sneller beter blijkt uit veel onderzoeken. Als de lichamelijke conditie van een patiënt goed is, dan komt deze de behandeling en het herstel beter door. Het voorkomt immers ziekenhuisopnames, langdurige begeleiding van allerlei andere instanties en meerdere huisarts- en ziekenhuisbezoeken. Dat levert uiteindelijk onderaan de streep ook geld op. Het is gewoon steeds duidelijker wat onze bijdrage aan alle behandelingen is. Dat geldt uiteraard niet alleen voor de oncologische patiënt, maar eigenlijk voor alle ziektebeelden waarbij het belangrijk is dat een diëtist kijkt naar wat geoptimaliseerd kan worden. Op het moment dat we het voedingsadvies passend aan de behoefte van dat moment hebben gemaakt, zien we gewoon dat ergens anders geld op te besparen is. Kijk maar naar het onderzoek ‘Ondervoeding in de zorg: behandeling loont’ dat in juni van dit jaar is gepubliceerd. Ondervoeding is een veelvoorkomend probleem in de zorg dat vaak gepaard gaat met hoge kosten. Een goede voeding is beter voor de patiënt én bespaart uiteindelijk kosten binnen de Nederlandse gezondheidszorg.”

Ook binnen de zelfredzaamheid van patiënten is een ontwikkeling gaande. Lisette: “Vroeger zat een patiënt tegenover je en luisterde deze naar wat je te zeggen had. Dat advies werd vervolgens wel of niet opgevolgd. We toetsten niet zozeer of er een motivatie was om dat advies ook te volgen. Dat is nu wel anders. Je moet als hulpverlener toetsen of de persoon tegenover je zit te wachten op jouw advies. Het is meer maatwerk geworden. Eerst gaven we ook nog wel eens dagmenu’s aan patiënten, maar nu vertellen we niet meer wat ze iedere dag moeten eten. Ze kunnen heel goed onthouden wat goed voor hen is en hier hun eetpatroon op aanpassen.” Marjolanda vult hierop aan: “Ik denk ook dat patiënten veranderd zijn in die zin dat ze meer digitaal bezig zijn en ook zelf wat meer de regie willen nemen. Mensen vinden het fijn om zelf mee te denken en op het internet naar informatie te zoeken. Deze digitalisering zet zich ook voort in beeldbellen. Bij ons is dit inmiddels een onderdeel van het totaal. Wij zien mensen fysiek, spreken ze telefonisch of via beeldbellen. Afhankelijk van de situatie van de patiënt en die van ons maken we hierin een keuze. Het biedt voor beide partijen een stukje flexibiliteit. Fysiek is voor veel patiënten soms belastend en soms is het ook fijn als de partner bij het gesprek aanwezig is. Dan is het thuis natuurlijk wat makkelijker en comfortabeler.”

Marjolanda Kennis in gesprek via BeterDichtbij, een gratis app waarmee ze eenvoudig en veilig kan beeldbellen met haar patiënt.

Sterk punt

Patiënten die behoefte hebben aan een gesprek met één van de diëtisten, kunnen hen gewoon benaderen. Annet licht dit verder toe: “We werken heel patiëntgericht en kijken echt naar wat de patiënt nodig heeft. We proberen zoveel mogelijk dat de patiënt steeds dezelfde diëtist ziet. Wij weten zo op onze beurt heel goed wie we voor ons hebben en hoe de thuissituatie is, wat iemand nog doet, of iemand actief of passief is en of er andere factoren zijn waar we rekening mee moeten houden. Bijvoorbeeld de financiële situatie, een verslaving of iets dergelijks. We kijken per week mee om te bepalen hoe we de patiënt het beste kunnen begeleiden tijdens de behandeling. Dat vind ik wel het sterke van ons werk hier: we hebben echt heel goed inzichtelijk wie we voor ons hebben en hoe we die persoon het beste kunnen begeleiden.” Een ander sterk punt is uiteraard de vakkennis die het drietal heeft. Lisette sluit af: “Iedereen eet en iedereen heeft verstand van eten, maar wij weten net iets meer als het gaat om de oncologische problematiek.”

 

[1] Professor Muntendam neemt in 1976 afscheid als voorzitter van KWF. Ter ere van zijn belangrijke rol in de opbouw van KWF, wordt de professor Muntendamprijs in het leven geroepen. Een prijs voor bijzondere verdiensten op het gebied van kankerbestrijding.